Vollegrondwitloof is een typisch Belgische herfst- en wintergroente.
Partners Danny en Bieke telen voor CRU traditioneel Brussels grondwitloof.   

Brussels grondwitloof van Danny en Bieke.

Zodra je de oprit van hun hoeve oprijdt, weet je het meteen: hier wonen mensen met een enorme liefde voor de natuur. Voor hun huis groeit een grote kersenboom en hun weldadige tuin staat vol bloemen, planten en bomen in alle denkbare kleuren en vormen. En ook in hun moestuin telen ze zo goed als elke Belgische groente.

“Mijn eerste witloof oogstte ik toen ik twee jaar oud was.” Danny groeide op tussen de witloofvelden van zijn ouders en nu teelt hij samen met zijn vrouw Bieke al meer dan 35 jaar Brussels grondwitloof in Kampenhout. Witloof in volle grond telen vraagt veel expertise en geduld: weinig teelten zijn zo arbeidsintensief als grondwitloof.

Langzaam groeien  

“Grondwitloof is slow food, aldus Danny. “Het gaat om een dubbele teelt: eerst telen we de wortels, daarna de kroppen. Het witte loof heeft tijd en rust nodig om te groeien. Doordat we volgens de traditie en in volle grond telen, groeien de bladeren trager en krijgt het witloof zijn typische smaak. We produceren misschien niet zo’n grote aantallen, maar we weten wel dat de kwaliteit van ons witloof erg hoog is.

“Niets is mooier dan de perfecte witloofkrop”, vervolgt hij trots. “Grondwitloof herken je aan zijn stevige en slanke buik en fijne punt. De smaak is vol en bitterzoet en de structuur heerlijk krokant.”

Witloof aan het groeien.
Zaadjes voor witloof te planten.

 Eigen zaad  

Zelfs het witloofzaad telen Danny en Bieke helemaal zelf. “We kiezen enkele perfecte kroppen en planten de wortels naast het veld. De wortels groeien uit tot planten met mooie blauwe bloemetjes die op hun beurt zaad vormen. Die planten gaan we dan oogsten en drogen zodat we het zaad eruit kunnen halen. Sinds enkele jaren houden we zelf ook bijen, zij zorgen voor een betere bestuiving en kiemkracht.”

 “We hebben zes eigen soorten grondwitloof”, vervolgt Bieke. “Van vroeg tot laat op het seizoen: de vroegste soort kunnen we in september oogsten, de laatste rond mei. We hebben de soorten naar onze kinderen genoemd.”

Respect voor de natuur  

De grootste vijand van witloof is vrieskou. “De vroege en late soorten groeien op hun eigen ritme, maar in de winter is het nodig om enkele soorten extra te verwarmen en af te dekken. “De laag aarde, jutedoek en witloofplaten geven al wat bescherming, maar als het echt hard vriest is extra afdekking met stro nodig”, legt Danny uit.