Onze partner Danny selecteert voor CRU groot en klein wild: hert, ree, everzwijn, fazant en patrijs. Hij werkt al meer dan 30 jaar in het Diestse bedrijf van zijn schoonvader Willy, een ‘boerenzoon’ opgegroeid in het Hageland.   

Assortiment wil van bij versmarkt Cru.

Evenwicht in de natuur  

Bij CRU kiezen we bewust voor groot wild uit Hongarije en Polen. “In deze landen is de jacht zeer goed georganiseerd en de natuurgebieden zijn er wel zo groot als een Belgische provincie”, vertelt Danny.  “Het aantal dieren dat er rondloopt is groot en ze leven er in volledige vrijheid.”

Elk seizoen maken de boswachters een schatting van het aantal dieren in hun gebied en stellen ze een wildbeheerplan op: het aantal dieren dat ‘moet’ geschoten worden. “Dat klinkt misschien wreed”, aldus Danny, “maar het is wel nodig voor het behoud van het evenwicht tussen fauna en flora.”

 

Duurzame jacht  

 “De bedoeling van de jacht is om het aantal dieren en de voedselvoorraad van het gebied op elkaar af te stemmen”, vervolgt hij. “Er zijn niet voldoende natuurlijke vijanden waardoor we de natuur een handje moeten helpen. Als we dat niet doen, is er kans op overbevolking en voedselschaarste waardoor de dieren zwak worden en in grote aantallen kunnen sterven. Bovendien speelt overpopulatie ook een rol bij schade aan landbouw en verkeersongevallen.”

Wordt er een verkeerd dier neergeschoten, dan hangen daar torenhoge boetes aan vast. “Als er een prachtig edelhert met een twaalftakkig gewei – een royal in jagerstermen - op de heuvel verschijnt, weet de boswachter bijvoorbeeld dat er nog maar drie gelijkaardige exemplaren rondlopen en zal hij de jagers aangeven niet te schieten.” 

Korte keten  

Nadat het dier geschoten en gekeurd is door de jager, gaat de jager over tot het ‘ontweiden’ van het dier: het verwijderen van de ingewanden. “Het is belangrijk dat dit zo snel mogelijk gebeurt zodat bacteriën zich niet kunnen verspreiden”, zegt Danny. “De lever, milt, nieren, longen en het hart worden behouden omdat die later nodig zijn voor controle.”

Vervolgens brengen de jagers het dier naar de verzamelplaats in het natuurgebied: daar spoelen ze het dier zo snel mogelijk schoon en gaat het in de frigo. Dezelfde avond nog wordt het wild naar de plaatselijke versnijderij gebracht.

In de versnijderij wordt het dier volledig schoongemaakt en op basis van de organen doet de dierenarts nog een extra controle. Vervolgens wordt het versneden, ontbeend, vacuümverpakt en naar Diest getransporteerd.

Gezond vlees  

“Eenmaal bij ons aangekomen, controleren we het wild opnieuw en bekijken we de herkomst: elk stuk vlees is tot op de jacht traceerbaar”, legt Danny uit. “Wij weten waar, wanneer en door wie het is geschoten en waar het is versneden. Wild is één van de meest veilige en gecontroleerde soorten vlees.”

Danny gaat zelf ook regelmatig naar Oost-Europa. Hij gaat kijken hoe de jacht loopt en hoe de controles uitgevoerd worden, checkt de kwaliteit en volgt leveranciers op. “Ik heb een neus die twee dagen op voorhand ruikt”, lacht Danny. “Ik ruik onmiddellijk wanneer iets niet in orde is: vlees mag ruiken, niet stinken. Hygiëne, traceerbaarheid en kwaliteit zijn bij ons prioriteit.”

“Tot slot maken we in ons bedrijf in Diest een strenge selectie voor CRU. We kijken onder andere naar de kleur en structuur van het vlees en de leeftijd van het dier. Dankzij de jarenlange ervaring van onze experten weten zij de beste stukken eruit te halen voor CRU.”
Ze engageren zich om steeds de meest malse deelstukken van het wild aan Cru aan te bieden.