Maatjes

Op de boot worden ze onmiddellijk gekaakt en gezouten en onze partner  "In de vismijn" fileert ze zorgvuldig volgens de traditionele methode.

Maatjes, zeekraal en CRU-gin.

Maatjes of ‘Hollandse Nieuwe’ zijn eigenlijk haringen in een bepaalde groeifase.
Maatjesharingen worden voor de paartijd gevangen en hebben dus nog geen hom (sperma) of kuit (eitjes) gevormd.
De haring is in feite nog een ‘maagdje’, een woord dat verbasterd is tot ‘maatje’.

Een haring mag pas een ‘maatje’ genoemd worden als hij minstens 16% vet bevat en gekaakt, gezouten en gefileerd werd volgens de traditionele methode.

Kaken is een techniek uitgevonden in Vlaanderen: via de kaak van de haring worden ingewanden en kieuwen verwijderd, terwijl men de alvleesklier laat zitten.
Dat kaken en zouten gebeurt op de boot zelf.
Het schoonmaken gebeurt bij onze partner ‘In de Vismijn’.

De vangstperiode van maatjes loopt ongeveer van half mei tot eind juni: tijdens die periode hebben ze het beste vetgehalte.
Het is algemeen verplicht om maatjes na de vangst in te vriezen: dat is nodig om mogelijke haringwormen te doden.

Toch zijn onze maatjes extra vers: de tijd tussen het ontdooien en aankomst op de markt is uitzonderlijk kort.
Een dag na het ontdooien en schoonmaken bij onze partner liggen ze immers al op de markt.
Thuis eet je de maatjes best binnen de drie dagen op.

Bovendien bieden we – om de goede kwaliteit te garanderen - maar tot midden à eind augustus maatjes aan.
We willen immers niet dat de haringen langer dan twee maanden ingevroren zijn.
Bij CRU loopt het seizoen dus maar gedurende acht tot tien weken.
Profiteer er nog van!

Combineer maatjes met zeekraal, zo komt de fijne smaak mooi tot haar recht.

Tip:
Vermijd de combinatie met ajuin, want dan verdwijnt de unieke smaak van de maatjes.
 

Onze partner aan het werk