Een klassiek stuk vis klaarmaken, het lijkt een evidentie.
Toch zijn er bepaalde zaken waar je rekening mee kan houden.
We geven je enkele CRU-tips van onze vissers.  

1. Bakken met of zonder vel?    

We raden je aan vis steeds met vel te bakken. Tussen het vel en het visvlees zit een dun vetlaagje wat extra smaak afgeeft bij het bakken en het vel houdt je vis ook mooi samen.

2. Kan je het vel van de vis opeten?    

Het biedt niet meteen een meerwaarde om het vel op te eten, maar omdat we onze vissen ter plekke op de markt ontschubben, kan het wel. We raden je aan de velkant dan wel mooi krokant te bakken.

3. Kruiding    

Voor al onze producten geldt: zoveel als nodig, zo weinig mogelijk. Dit geldt ook voor kruiding. We gaan nooit overkruiden zodat het basisproduct herkenbaar blijft. Hou het puur en kruid onze vis met witte peper en zout. Zo komt de zuivere vissmaak tot haar recht.

4. Citroen: ja of nee?    

We zijn al snel geneigd om onze vis te besprenkelen met citroen, maar dit is niet altijd nodig. Wil je toch een friszure toets, combineer citroen dan eerder bij vette vis of ga voor een zuurdere saus zoals béarnaise om te balanceren met de vettigheid van de vis of de boter waarin je hem bakt.

5. Wanneer is je vis gaar?    

Enkele trucjes van onze specialisten om te weten of je vis gaar is:  

  • Als je vis lichtjes loskomt maar niet uit elkaar valt  
  • Als het meeste vocht uit je vis weg is  
  • Als je met een mesje in de vis prikt en je voelt geen weerstand meer

6. Bereiding in de pan of in de oven    

Vis kan je meestal gewoon in de pan bereiden. Zijn het dikkere stukken vis zoals bv. moten, dan kunnen die zeker ook in de oven. Kleinere filets bak je best in de pan.  

  • Spoel je vis kort onder de kraan en dep droog.
    Zo vermijd je te veel vocht in de pan.  
  • Begin op hoog vuur en zet je vuur een tikkeltje lager nadat je de vis hebt omgedraaid.  
  • Draai je vis zo weinig mogelijk om, het blijft een fragiel product.
    Eén keer draaien volstaat.