“Zie je dat witte donslaagje aan de buitenkant van de druif?
Dat is het bewijs dat deze druiven puur natuur zijn.”
Weinig mensen kunnen met zo veel smaak en trots vertellen over druiventeelt als CRU-partner Philip Dewit.
En terecht.      

Aan de rand van het Zoniënwoud, op amper één kilometer van CRU Overijse, ligt het familiebedrijf van Philip en zijn zoon Koen.
De familie Dewit teelt al vijf generaties Brabantse tafeldruiven en is diepgeworteld in de druivenstreek.
“Mijn overgrootvader was landbouwer en startte rond 1900 met het telen van druiven”, legt Philip uit. “In de jaren twintig besloot mijn grootvader te verhuizen naar de Brusselsesteenweg om daar een druivelaar te planten.
En nu, een kleine honderd jaar later, groeit die struik nog steeds.”

Philip, die de kennis en passie van zijn vader erfde, breidde als vierde generatie het bedrijf verder uit.
De familie staat bekend om druiven van hoge kwaliteit.
Die kwaliteit vloeit voort uit zorg, passie en geduld van het familiebedrijf.
“We telen onze tafeldruiven in serres, waardoor ze beschermd zijn tegen weer en wind.
Het resultaat is een uiterst dunne schil   – want net zoals wij hebben druiven bij warme temperaturen een minder dikke ‘jas’ nodig. 
En hoe dunner de schil, hoe aangenamer de smaak.

“Bovendien bestrijden we ongedierte niet met producten, maar met kleine spinnetjes”, legt Philip uit. “Door enkel natuurlijke vijanden te gebruiken en doordat de druiven niet nat worden, blinken die druiven niet: ze krijgen en behouden een natuurlijk wit donslaagje. We gaan er dan ook heel voorzichtig mee om: we leggen onze druiven letterlijk en figuurlijk in de watten.” 

“Wanneer de druiven ongeveer zo groot zijn als een erwt, dat is tussen half april en eind juni, knippen we uit elke tros de kleine druifjes weg. Zo krijgen de grote druiven meer licht en plaats om te groeien tot een mooie tros. Dat uitdunnen vraagt veel tijd: gemiddeld vijf tot zeven minuten handwerk per tros.”

Philip en zijn familie investeren ook in moderne technologie. De klimaatregeling van de serres is bijvoorbeeld compleet computergestuurd. Dankzij het gelijkmatige klimaat in de serres kunnen de druiven rustig groeien en rijpen aan de struik. “We oogsten de druiven pas als ze volledig rijp zijn: we meten het suikergehalte en proeven uiteraard zelf”, besluit Philip.