Sint-jakobsvruchten, de grote mantelschelpen, zijn zeer gegeerd. In CRU worden deze levende zeebewoners aangevoerd terwijl ze nog in hun schelp zitten. Ze worden ter plekke door onze medewerkers van het vismetier in CRU schoon gemaakt.   

Sint-jakobsschelpen van bij versmarkt Cru.

In CRU voeren we de sint-jakobsschelpen uit Bretagne levend in de schelp in. Dat is dan meteen de garantie dat ze kraakvers zijn. In de markt zelf worden ze naar wens uit de schelp gehaald en schoongemaakt.

In de klassieke keuken van vroeger pocheerden de koks vaak de sint-jakobsnoten in een court-bouillon. Vandaag willen we de verfijnde smaak van de zeevrucht toch wat aanzwengelen. De sint-jakobsnoten worden dus meestal zeer kort gebakken of gegrild. Of gewoon rauw gegeten, in schijfjes gesneden als carpaccio. Een tipje voor de carpaccioliefhebbers: zet de borden eerst in de koelkast om ze te laten afkoelen. En leg dan de sneetjes sint-jakobsnoot op de koude borden. De koude verhoogt de zuivere frisse smaak van de zeevruchten.

Sint-jakobsschelpen gaan zeer goed samen met andere subtiel smakende producten. Finesse houdt van finesse.  Witloof, bospaddenstoelen en zwarte truffel zijn zeker toppers. Je kan ze zelfs allemaal met elkaar combineren. Verrassend lekker is de combinatie van gebakken sint-jakobsschelpen met gebakken schijfjes witte of zelfs zwarte pens.