Drie Nederlandse chefs, Jiri, Geert en Samuel, willen mensen inspireren om beter vlees te eten.
In hun eigen worstenmakerij maken ze met kwaliteitsvol varkensvlees smaakvolle worsten.

Duurzaam vlees  

Om het vakmanschap onder de knie te krijgen, reisden de drie chefs eerst naar Italië. Ze liepen er stage bij beroemde slagers en leerden alle kneepjes van het vak: wat is goed vlees, fermenteren, verrassende smaakcombinatie…

Eenmaal terug in Nederland begonnen het trio aan het avontuur in hun eigen worstenmakerij. Ze werken uitsluitend met goed gehouden varken: eigen varkens die opgroeien bij bevriende boeren en biologische varkens van Nederlandse bodem.

Samen met de boeren hebben ze een duidelijke visie op een goed varkensleven: een varken laten opgroeien op een zo natuurlijk mogelijke manier. Waarbij ze alle aandacht krijgen, vrij rondlopen in het bos of de wei, de biggen opgroeien bij hun moeder en ze gevarieerde en kwalitatieve voeding krijgen.

Vakmanschap   

Voor de droge worsten gebruiken de mannen vlees van de schouder, nek, achterpoot en rugvet.
Het vlees wordt gemalen en gekruid met zout en verschillende kruiden en specerijen die ze zelf samenstellen. Daarna draaien ze worsten in een natuurlijke darm.

De worsten gaan naar een ruimte met de ideale luchtvochtigheid en luchtcirculatie waardoor het fermentatieproces op gang gebracht wordt. De worsten fermenteren een week bij een temperatuur die oploopt tot 24 graden Celsius. Daarna start het droogproces in speciale rijpingskamers. Afhankelijk van de dikte van de worst drogen ze 3 tot 8 weken bij een temperatuur van 12 tot 14 graden Celsius.